Chauffeur worden
Voor dit onderwerp presenteren we hier de theorie. Voor praktische details kunt u contact opnemen met het Sociaal Fonds Bus & Car en FCBO (Formation Car & Bus Opleiding).
1. Bewijs van vakbekwaamheid chauffeur
Wie autobus- of autocarchauffeur wil worden, moet naast een D-rijbewijs ook over een vakbekwaamheid beschikken.
Richtlijn 2018/645/EU tot wijziging van Richtlijn 2003/59/EG betreffende de vakbekwaamheid en de opleiding en nascholing van bestuurders van bepaalde voor goederen- en personenvervoer over de weg bestemde voertuigen en Richtlijn 2006/126/EG betreffende het rijbewijs, strekt ertoe de kwaliteit ("de vakbekwaamheid") van de professionele autocar- en autobuschauffeur te garanderen door middel van: * een examen voor de toegang tot het beroep : "de basiskwalificatie", die dient behaald te worden naast het rijbewijs D; * een systeem van opleiding tijdens de uitoefening van het beroep : "de nascholing".
Deze twee elementen vormen de vakbekwaamheid die wordt bevestigd door de afgifte van een certificaat.
Het begrip vakbekwaamheid
Verkeersveiligheid en milieuvriendelijkheid zijn de basiselementen van de vakbekwaamheid. Volgens het Europees Parlement en de Raad zijn de minimumeisen voor de vakbekwaamheid het naleven van de veiligheidsvoorschriften tijdens het rijden en het stilstaan. Daarnaast verwachten zij dat de ontwikkeling van defensief rijgedrag in combinatie met rationeel brandstofverbruik zowel voor de samenleving als voor de vervoersector zelf positieve effecten zal hebben.
Professionele bestuurders van voertuigen waarvoor een rijbewijs D, D+E, D1, D1+E vereist is, dienen te voldoen aan de vakbekwaamheidsvoorschriften.
Categorieën:
* D: Motorvoertuigen bestemd voor het personenvervoer met meer dan acht zitplaatsen, die van de zetel van de bestuurder niet meegerekend. * D+E: Gekoppelde voertuigen bestaande uit een trekkend voertuig van de categorie D en een aanhangwagen waarvan de MTM groter is dan 750 kg. * D1: Motorvoertuigen bestemd voor het personenvervoer met meer dan acht zitplaatsen maar niet meer dan zestien zitplaatsen, die van de bestuurder niet meegerekend. * D1+E: Gekoppelde voertuigen bestaande uit een trekkend voertuig van de categorie D1 en een aanhangwagen waarvan de MTM groter is dan 750 kg
Vrijstellingen
De vereiste van vakbekwaamheid is van toepassing op professionele bestuurders en is bijgevolg niet van toepassing op de bestuurders: * van voertuigen met een toegelaten maximumsnelheid van ten hoogste 45 km per uur; * van voertuigen in gebruik bij of onder controle van de strijdkrachten, de burgerbescherming, de brandweer en diensten verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde; * van voertuigen die op de weg worden getest in verband met technische verbeteringen, reparatie, onderhoud, en nieuwe of omgebouwde voertuigen die nog niet in het verkeer zijn gebracht; * van voertuigen die worden gebruikt bij noodtoestanden of worden ingezet voor reddingsoperaties; * van voertuigen die worden gebruikt voor niet-commercieel goederen- en personenvervoer voor privédoeleinden.
Zijn eveneens vrijgesteld van de vakbekwaamheid: * de houders van een rijbewijs van groep D, mits dat uiterlijk op 9 september 2008 is afgegeven, zijn vrijgesteld van de verplichting tot het behalen van een getuigschrift van basiskwalificatie D; Opgelet! De houders van een rijbewijs dat uiterlijk op 9 september 2008 is afgegeven dienen echter wel 35 uur nascholing gevolgd te hebben ten laatste op 9 september 2015 om de geldigheid van hun rijbewijs D met 5 jaar te verlengen. * de houders van een voorlopig rijbewijs vakbekwaamheid D voor een periode van hoogstens één jaar voor vervoer binnen België; * bestuurders die een praktisch examen afleggen of onderricht krijgen onder toezicht van een instructeur of op basis van een voorlopig rijbewijs model 3; * bestuurders die een opleiding krijgen van een onderneming voor openbaar vervoer, door VDAB, FOREM, IBFFP of ADG, door de politieschool, het secundaire beroepsonderwijs, het leger en het onderwijs voor sociale promotie.
Minimumleeftijd De minimumleeftijd voor het behalen van een bewijs van vakbekwaamheid D is vastgesteld op 21 jaar. Afwijkingen op deze regel: * elke kandidaat van tenminste 18 jaar kan een bewijs van vakbekwaamheid D verkrijgen dat enkel geldig is voor geregeld vervoer in België waarvan het traject ten hoogste 50 kilometer bedraagt; * elke kandidaat van tenminste 20 jaar kan een bewijs van vakbekwaamheid D verkrijgen dat enkel geldig is voor personenvervoer binnen België.
Basiskwalificatie
Het (gecombineerd) theoritisch examen basiskwalificatie
Het theoretisch examen basiskwalificatie bestaat uit drie delen: * 100 vragen waarbij uit meerdere antwoorden kan worden gekozen, dan wel vragen waarop één antwoord moet worden gegeven, of een combinatie van de twee systemen. Deze proef duurt 100 minuten; * casestudy's. Deze proef duurt 80 minuten; * een mondelinge proef. Deze proef duurt 60 minuten. De kandidaten beschikken over minstens vier uren om het theorie-examen af te leggen. Elk geslaagd deel van het theoretisch examen blijft geldig gedurende drie jaar.
Voorwaarden
De kandidaten voor het behalen van het examen basiskwalificatie of voor het gecombineerd theoretisch examen, moeten voldoen aan de volgende voorwaarden: * de kandidaat moet een rijbewijs voorleggen dat geldig is voor : - de categorie B wanneer het gaat om een kandidaat voor het rijbewijs geldig voor de categorie D of voor de subcategorie D1; - het besturen van het overeenstemmend trekkend voertuig wanneer het gaat om een kandidaat voor het rijbewijs geldig voor de categorie D+E of voor de subcategorie D1+E: * de kandidaat mag niet vervallen zijn van het recht om een motorvoertuig van groep D te besturen en moet geslaagd zijn voor de geneeskundige- en/of psychologische onderzoeken die eventueel krachtens artikel 38 van de wegverkeerswet worden opgelegd; * de kandidaat moet voldoen aan de bepalingen van artikel 42 KB betreffende het rijbewijs: de kandidaat moet medisch en lichamelijk geschikt bevonden worden voor het besturen van een motorvoertuig; De kandidaten leggen bepaalde documenten voor: *de onderdanen van de Europese Unie leggen een geldig identiteitsbewijs voor; * de onderdanen van een derde land leggen een document voor waaruit blijkt dat zij in dienst zijn van of werken voor een onderneming die gevestigd is in België. De minimumleeftijd om deel te nemen aan het theoretisch examen basiskwalificatie is 17 jaar en 9 maanden. De kandidaat die geen van de landstalen (Frans, Nederlands of Duits) machtig is, mag de (gecombineerde) theoretische examens afleggen, bijgestaan door een tolk die onder de beëdigde vertalers wordt gekozen door de exameninstelling en door de kandidaat wordt vergoed.
Herkansingen Het aantal herkansingen is onbeperkt.
Speciale zittingen voor het theoritisch examen basiskwalificatie De kandidaten wiens het mentale of intellectuele vermogen of de graad van alfabetisme ontoereikend is, kunnen, op hun verzoek, de theoretische examens afleggen in een speciale zitting. Het examen mag niet meer dan twee maanden na de inschrijving plaatshebben. De betrokkene levert het bewijs dat hij zich in één van deze gevallen bevindt door het overleggen van een getuigschrift of attest van een psychisch-medisch-sociaal centrum, een OCMW, een instituut voor buitengewoon onderwijs, een centrum voor observatie of begeleiding of een centrum voor beroepsoriëntering. De kandidaten die ten minste vijfmaal niet slaagden voor één van de hierna vermelde theoretische examens kunnen eveneens, op hun verzoek, dit examen in een speciale zitting afleggen. Het examen mag niet meer dan twee maanden na de inschrijving plaatshebben.
Het (gecombineerd) praktisch examen basiskwalificatie Er wordt een onderscheid gemaakt tussen enerzijds het praktisch examen dat geldig is voor de houders van een rijbewijs D en die nog geen bewijs van vakbekwaamheid D hebben en anderzijds het gecombineerd praktisch examen waarbij het behalen van een rijbewijs D wordt gecombineerd met het behalen van een bewijs van vakbekwaamheid.
Het praktisch examen bestaat uit twee delen: * een rijtest op de openbare weg van minstens 90 minuten. Evenwel kan een test op een speciaal terrein of in een hoogwaardige simulator, voor maximaal 30 minuten worden meegeteld voor het bereiken van de vereiste duur van 90 minuten; * een praktische test van tenminste 30 minuten, die ten minste de onderstaande punten bestrijkt: * de veiligheid en het comfort van de passagiers kunnen waarborgen; * een lading kunnen vervoeren met inachtneming van de voorschriften inzake veiligheid en goed gebruik van het voertuig; * het voorkomen van criminaliteit en vervoer van illegale immigranten; * fysieke risico's kunnen voorkomen; * noodsituaties kunnen beoordelen. Elk geslaagd deel van het praktisch examen blijft geldig gedurende drie jaar.
Het gecombineerd praktisch examen bestaat uit drie delen[23]: * een rijtest op de openbare weg (zoals hierboven omschreven); * een praktische test van tenminste 30 minuten (zoals hierboven omschreven); * een proef op een terrein buiten het verkeer zoals bedoeld in artikel 39, § 1, eerste lid, 3° KB betreffende het rijbewijs. De proef op het terrein duurt minstens 15 minuten voor de categorieën D en de subcategorieën D1 en minstens 25 minuten voor de categorie D+E en de subcategorie D1+E.
Voorwaarden voor het (gecombineerd) praktisch examen basiskwalificatie * Om toegelaten te worden tot het praktisch examen basiskwalificatie moet de kandidaat geslaagd zijn voor het theoretisch examen basiskwalificatie. De geldigheidsduur van het theoretisch examen is beperkt tot drie jaar. * Om toegelaten te worden tot het praktisch examen basiskwalificatie met het oog op het behalen van een getuigschrift van basiskwalificatie geldig voor de categorie D of D+E of voor de subcategorie D1 of D1+E legt de kandidaat voor: - een geldig identiteitsbewijs voor de onderdanen van de Europese Unie; - een document waaruit blijkt dat de kandidaat in dienst is van of werkt voor een onderneming die gevestigd is in België indien het onderdanen van een derde land betreft; - een rijbewijs voor de categorie B; - een attest van slagen voor het theoretisch examen basiskwalificatie; - een rijgeschiktheidsattest; - het verzekeringsbewijs inzake de burgerlijke aansprakelijkheid voor het voertuig waarmee hij zich aanbiedt; - het inschrijvingsbewijs van het voertuig en, in voorkomend geval, van de aanhangwagen; - het groene keuringsbewijs van het voertuig, als dit onderworpen is aan de technische controle en, in voorkomend geval, van de aanhangwagen; in voorkomend geval, het Belgisch of Europees rijbewijs van de begeleider, geldig voor het besturen van het voertuig waarmee het praktisch examen wordt afgelegd alsook een geldig identiteitsbewijs van de begeleider.
Om toegelaten te worden tot het gecombineerd praktisch examen legt de kandidaat voor: 1. een geldig identiteitsbewijs voor de onderdanen van de Europese Unie; 2. het hierna opgesomde document dat op de kandidaat van toepassing is: - de aanvraag om een rijbewijs waarop het attest van slagen voor het theoretisch examen is aangebracht. In dit geval legt de kandidaat een getuigschrift van praktisch onderricht, afgegeven door een rijschool voor; - het nog geldig voorlopig rijbewijs. Het voorlopig rijbewijs is, in voorkomend geval, vervolledigd met de vermelding dat de lesuren gevolgd zijn; - een attest waarin bevestigd wordt dat de kandidaat de opleiding gevolgd heeft; 3. het rijgeschiktheidsattest; 4. het verzekeringsbewijs inzake de burgerlijke aansprakelijkheid voor het voertuig waarmee hij zich aanbiedt; 5. het inschrijvingsbewijs van het voertuig en, in voorkomend geval, van de aanhangwagen; 6. het groene keuringsbewijs van het voertuig, als dit onderworpen is aan de technische controle en, in voorkomend geval, van de aanhangwagen; 7. in voorkomend geval, het Belgisch of Europees rijbewijs van de begeleider, geldig voor het besturen van het voertuig waarmee het praktisch examen wordt afgelegd alsook een geldig identiteitsbewijs van de begeleider.
De kandidaat die geen van de landstalen (Frans, Nederlands of Duits) machtig is, kan zich voor de (gecombineerde) praktische examens op eigen kosten laten bijstaan door een tolk gekozen uit de beëdigde vertalers.
Herkansigen en mogelijkheid tot beroep De kandidaat mislukt voor het praktisch examen basiskwalificatie: * wanneer hij onbekwaam is om te sturen; * wanneer hij op een gevaarlijke manier stuurt; * in geval van tussenkomst van de instructeur of de begeleider. Herkansen is mogelijk op de volgende werkdag na afspraak.
Het aanvullend examen basiskwalificatie De houder van een bewijs van vakbekwaamheid D die een bewijs van vakbekwaamheid C wil of omgekeerd kan een aanvullend examen basiskwalificatie afleggen.
Het theorie- en praktijkonderricht
Het theorieonderricht kan gevolgd worden ofwel in de erkende rijschool, ofwel via de vrije opleiding. Beide vormen van theorie-onderricht kunnen eveneens worden gecombineerd. Het praktijkonderricht kan gevolgd worden ofwel in de erkende rijschool, ofwel een scholing onder dekking van een geldig voorlopig rijbewijs model 3.
Examencentra De examens voor het verkrijgen van een getuigschrift voor basiskwalificatie kunnen worden afgelegd in een school voor secundair onderwijs of in één van de examencentra van de Groepering van erkende Ondernemingen voor Autokeuring en Rijbewijs (GOCA vzw). Meer informatie vindt u op de website van het Sociaal Fonds.
Nascholing
De nascholing houdt in dat de bestuurder lessen volgt in een erkend opleidingscentrum. Aan de bestuurder die een nascholingsmodule van ten minste zeven uur heeft gevolgd, wordt door het opleidingscentrum een getuigschrift van nascholing afgeleverd.
Geldigheidsduur kredietpunten De houder van het rijbewijs vakbekwaamheid moet, om dit te behouden, een nascholingscursus volgen van 35 uur onderverdeeld in 5 modules van telkens 7 uur. Per gevolgde module van tenminste zeven uur krijgt hij zeven kredietpunten toegekend (in totaal 35 kredietpunten). De behaalde kredietpunten zijn 5 jaar geldig.
Afwijking In afwijking van de normale geldigheidsduur van de kredietpunten, zullen de punten behaald door de houders van een rijbewijs dat uiterlijk op 9 september 2008 is afgegeven (en die een vrijstelling genieten tot 9 september 2015), vanaf 10 september 2008 in aanmerking komen. !Opgelet! De houders van een rijbewijs dat uiterlijk op 9 september 2008 is afgegeven dienen 35 uur nascholing gevolgd te hebben ten laatste op 9 september 2015 om de geldigheid van hun rijbewijs D met 5 jaar te verlengen.
Rijgeschiktheidsattest
Een rijgeschiktheidsattest is een schriftelijke verklaring die bewijst dat een bestuurder fysiek en mentaal fit is om een motorvoertuig te besturen. Met het attest kan de bestuurder een passend rijbewijs behalen.
Reglementering De regeling van de rijgeschiktheidsattest werd gewijzigd bij het Koninklijk Besluit van 23 maart 1998. Gezien de lange wachttijden voorziet het Koninklijk Besluit in de volgende mogelijkheden om het medisch selectiecertificaat te verkrijgen: * via de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu * via een arbeidsgeneesheer van een erkende Arbeidsgeneeskundige Dienst.
* via een geneesheer van de VDAB , het FOREM of ACTIRIS. * via een medisch onderzoek uitgevoerd door de militaire overheid met voorlegging van een voor eensluidend verklaard afschrift van een geldig rijgeschiktheidsattest dat door deze autoriteit werd afgegeven * via een geneesheer van een PMS-centrum * via een medisch onderzoek uitgevoerd door de medische dienst van de federale politie
Geldigheidsduur 5 jaar of voor een kortere duur, indien de geneesheer het rijgeschiktheidsattest verleent voor een kortere periode.
Duplicaten Voor de bewijzen van medische schifting die verloren geraakt, gestolen, beschadigd, onleesbaar of teniet gegaan zijn of in geval van adreswijziging moet een aanvraag tot duplicaat ingediend worden bij het FOD Mobiliteit en Vervoer.
Bewijs vakbekwaamheid : code 95
Ten bewijze van de vakbekwaamheid brengt de gemeentebeambte een communautaire code 95 aan op het rijbewijs. In dit geval wordt de vakbekwaamheid toegekend voor vijf jaar, te rekenen vanaf de datum van de afgifte van het getuigschrift van basiskwalificatie. De vakbekwaamheid wordt eveneens toegekend wanneer de aanvrager beschikt over 35 kredietpunten als bewijs dat hij de voorbije vijf jaar de nascholing heeft gevolgd. De houders van een rijbewijs met vakbekwaamheid die jonger zijn dan 21 jaar krijgen een communautaire code 121 toegevoegd op het rijbewijs. Opgelet! Bestuurders van 18 tot 20 jaar mogen geregeld personenvervoer verrichten voor een traject van 50 km en enkel binnen België. Vanaf 20 jaar geldt enkel de beperking tot het Belgisch grondgebied.
De houder van het bewijs van vakbekwaamheid of de houder van een saldo van 35 kredietpunten wendt zich tot de gemeentelijke dienst rijbewijzen en overhandigt: * een geldig identiteitsbewijs; * het huidige rijbewijs; * indien van toepassing: het formulier "aanvraag om een rijbewijs"; * indien van toepassing: het getuigschrift van basiskwalificatie; * indien van toepassing: 35 kredietpunten; * indien van toepassing: zijn voorlopig rijbewijs voor de gevraagde categorie; * een origineel rijgeschiktheidsattest; * twee pasfoto's. De aanvrager dient tevens een retributie te betalen van 16€.
Tussenkomst in de kosten voor het behalen van het rijbewijs D en de vakbekwaamheid
Het Sociaal Fonds komt tussen in de kosten voor de basisopleiding en de examenkosten voor het behalen van het rijbewijs en de vakbekwaamheid D(E) via de vrije opleiding. Een bedrag van maximaal 1.400 euro kan terugbetaald worden per ingediende aanvraag. Per bedrijf mag deze tussenkomst gevraagd worden voor maximum 4% van het aantal tewerkgestelde arbeiders, met een minimum van één persoon. Indien het Sociaal Fonds vaststelt dat een werkgever na betaling van de tussenkomst door het Sociaal Fonds toch nog een terugbetaling voor de kosten van het rijbewijs van zijn werknemer vordert, dient hij de verkregen tussenkomst van het Sociaal Fonds alsnog aan deze laatste terug te betalen. De terugbetaling wordt uitgevoerd op basis van bewijsstukken en formulieren die kunnen worden gedownload op de website van het Sociaal Fonds.
Tussenkomst in de kosten voor het behalen van het rijbewijs en voor het geneeskundig toezicht
Sinds 1 januari 2016 hebben de arbeid(st)ers recht op de terugbetaling van de reële administratieve kosten voor het behalen van het rijbewijs en van de reële medische kosten voor het behalen van het rijgeschiktheidsattest (de vroegere medische schifting). De terugbetaling is evenwel als volgt geplafonneerd: Reële medische kosten voor het medisch onderzoek voor het behalen van het rijgeschiktheidsattest: * honoraria van de oogarts: 39,66€; * honoraria van de arts: 42,14€. Reële administratieve kosten voor het behalen van het rijbewijs D(E): 35€ Sinds 1975 heeft het Sociaal Fonds meerdere beroepsopleidingscentra opgericht in samenwerking met VDAB, FOREM en Bruxelles Formation. De geslaagde cursisten die aangeworven worden hebben eveneens recht op de terugbetaling van de bovenvermelde kosten. De werkgever die een ex-cursist vol- of deeltijds aanwerft en in dienst houdt gedurende een ononderbroken periode van minstens drie maanden kan echter op zijn beurt via het Sociaal Fonds de terugbetaling krijgen van de bovenvermelde kosten. Deze zijn overeenkomstig de CAO van 21 mei 2001 op dezelfde manier geplafonneerd. De terugbetaling aan de werkgever wordt uitgevoerd op basis van bewijsstukken en een door de beide partijen ingevuld en ondertekend aanvraagformulier dat kan gedownload worden van de website van het Sociaal Fonds.
Vergoeding van de verplichte nascholing
De houder van het rijbewijs vakbekwaamheid moet, om dit te behouden, een nascholingscursus volgen van 35 uur onderverdeeld in 5 modules van telkens 7 uur. Per gevolgde module van tenminste zeven uur krijgt hij zeven kredietpunten toegekend (in totaal 35 kredietpunten).[1] De behaalde kredietpunten zijn 5 jaar geldig. De werkgevers vergoeden hun werknemers de tijd van de verplichte nascholing (35 uur per 5 jaar): * binnen de werkuren, voorzien in het uurrooster, wordt betaald met een vergoeding gelijk aan 100% van het reële uurloon arbeidstijd; * buiten de werkuren, voorzien in het uurrooster, wordt betaald met een premie gelijk aan 100% van het reële uurloon. De tijd van de verplichte permanente bijscholing die buiten de werkuren valt, telt niet mee voor de berekening van de arbeidsduur.
Het Sociaal Fonds betaalt aan de werkgevers 60% terug van de bovenstaande uitgaven na bewijsvoering (door de arbeiders behaalde "opleidingspunten"). Deze terugbetaling wordt berekend op basis van forfaitaire uurkosten. Deze bedragen worden geïndexeerd volgens de loonindexaties. De huidige bedragen vindt u hier (website Sociaal Fonds).
Bovenop de bedragen hierboven betaalt het Sociaal Fonds een forfaitair bedrag van 25€ of 50€, naargelang het statuut van de onderneming en het al dan niet beroep kunnen doen op subsidies voorzien door de verschillende overheden. Deze tussenkomst is cumuleerbaar met deze vanuit de KMO-Portefeuille. Het aanvraagformulier voor de tussenkomst kan gedownload worden van de website van het Sociaal Fonds. Copies van de attesten van de FOD Mobiliteit, die elke arbeider ontvangt na een opleiding, dienen toegevoegd te worden indien deze opleiding niet bij het FCBO werd gevolgd.
Opleiding risicogroepen
Ter bevordering van de tewerkstelling van jongeren werden in 1987 twee bijkomende opleidingscentra voor autobus- en autocarchauffeurs opgericht. Ter financiering van deze maatregel werd vanaf 1 juli 1987 een bijdrage geheven op de lonen die in aanmerking komen voor de berekening van de bijdragen betreffende de verzekering tegen de werkloosheid. Vanaf 1 januari 1993 wordt deze bijdrage aangewend voor de opleiding en de tewerkstelling van personen behorende tot de risicogroepen[1]. Onder risicogroepen wordt verstaan de personen behorend tot één van de volgende categorieën: * de werknemers van minstens 50 jaar oud die in de sector werken; * de werknemers van minstens 40 jaar oud die in de sector werken en bedreigd zijn met ontslag; * de niet-werkenden en de personen die sinds minder dan een jaar werken en niet-werkend waren op het ogenblik van hun indiensttreding; * de personen met een verminderde arbeidsgeschiktheid; * de jongeren die nog geen 26 jaar oud zijn en opgeleid worden, hetzij in een stelsel van alternerend leren, hetzij in het kader van een individuele beroepsopleiding in een onderneming, hetzij een voltijdse onderwijsopleiding. De bijdrage bestemd voor de financiering van initiatieven ten gunste van de risicogroepen wordt vastgesteld op 0,50% van de brutolonen aangegeven aan de RSZ aan 108%. 0,05% van de bijdrage wordt besteed aan de jongeren die opgeleid worden, aan de niet-werkenden personen die nog geen 26 jaar zijn en aan de personen met een verminderde arbeidsgeschiktheid die nog geen 26 jaar zijn. De opleiding van het Sociaal Fonds in samenwerking met VDAB, FOREM en Bruxelles Formation is bestemd voor ingeschreven werkzoekenden, al dan niet vergoed. Het Sociaal Fonds beschikt over 22 voertuigen die uitgerust zijn met een dubbel besturingssysteem.
Relevante wetgeving:
- Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 september 2019 betreffende de risicogroepen.
- Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 september 2018 met betrekking tot de tussenkomst van het Sociaal Fonds in de kosten voor het behalen van het rijbewijs en de vakbekwaamheid D(E) van de werklieden van de ondernemingen van geregeld, bijzondere vormen van geregeld en ongeregeld vervoer.
- Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 2017 met betrekking tot de permanente vorming in de ondernemingenn van geregeld, bijzondere vormen van geregeld en ongeregeld vervoer.
- Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 oktober 2011 met betrekking tot de tussenkomst van het Sociaal Fonds in de vergoeding van de tijd van de verplichte permanente bijscholing in de ondernemingen van geregeld, bijzondere vormen van geregeld en ongeregeld vervoer.
- Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 2011 met betrekking tot de tussenkomst van het Sociaal Fonds in de vergoeding van de tijd van de verplichte permanente bijscholing in de ondernemingen van geregeld, bijzondere vormen van geregeld en ongeregeld vervoer.
- Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 maart 2010 met betrekking tot de tussenkomst van het Sociaal Fonds in de vergoeding van de tijd van de verplichte permanente bijscholing in de ondernemingen van geregeld, bijzondere vormen van geregeld en ongeregeld vervoer.
- Collectieve arbeidsovereenkomst met betrekking tot de permanente vorming in de ondernemingen van geregeld, bijzondere vormen van geregeld en ongeregeld vervoer.
- Koninklijk besluit van 4 mei 2007 betreffende het rijbewijs, de vakbekwaamheid en de nascholing van bestuurders van voertuigen van de categorieën C1, C1+E, C, C+E, D1, D1+E, D, D+E.
- Richtlijn 2003/59/CE van 15 juli 2003 betreffende de vakbekwaamheid en de opleiding en nascholing van bestuurders voor goederen- en personenvervoer over de weg.
- Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 2001 met betrekking tot de tussenkomst in de kosten tot het behalen van het rijbewijs et het geneeskundig toezicht in de ondernemingen der openbare en speciale autobusdiensten en autocardiensten.
- Koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs.
© 2021 Instituut voor de autoCar en de autoBus, alle rechten voorbehouden
Nederlands / Français